Wilt u graag dat deze tekst voorgelezen wordt? Gebruik dan de voorleesmodule op uw smartphone. Raadpleeg hier de handleiding voor de iPhone/iPad of Android.
In de grafelijke tijd (17e en 18e eeuw) ontstonden bouwreglementen voor nieuwe huizen binnen de muren van Rekem en dus ook voor de Herenstraat. De huizen moesten twee verdiepingen hoog zijn, gemetst met stenen muren en met een dak van leien of pannen. Er mochten geen schuren of stallingen langs de straat gebouwd worden. De straat werd opvallend breed gelaten en de naam Herenstraat (Rue des Seigneurs) verraadt voor wie deze straat vooral bedoeld was.
De meeste huizen van vandaag stammen uit de tweede helft van de 18e eeuw. Ze zijn gebouwd in een functionele en geordende Maaslandse stijl, d.w.z. de geblokte vensters en deuren vormen een dragend onderdeel van het skelet en creëren samen met de hoekbanden, de brede waterlijsten en de zware dakranden een horizontale indruk. Geliefd is het ‘breedhuistype’, een huis waarvan de nok evenwijdig loopt met de straat. In de 20e eeuw was de Herenstraat tot in de jaren ‘60 een levendige en bedrijvige straat met cafeetjes, een brouwerij, schrijnwerkerij, een winkel in ijzerwaren enz.
Merkwaardige gebouwen op de Herenstraat:
Nr.12: Brouwerij Groenen, dubbelhuis uit 1792. Het bleef een brouwerij tot de Duitsers tijdens WO I al het koperwerk hebben meegenomen.
Nr.15-17-19: Deze woonhuizen met achterliggende tuinen werden in 1679 aangekocht door de paters Karmelieten om er een klooster te stichten. Door inmenging van de graaf werden deze gebouwen al na 5 jaar door de paters verlaten en verkocht. Het hoekhuis (nr.19) was in 1795 het eerste gerechtshof van het kanton Rekem. In het begin van de 19e eeuw werd het verbouwd tot hotel. In de 20e eeuw was het nog woonhuis en depot van het Bocholter bier.
Nr 21: Een mooi bewaard diephuis met wolvendak. Het is sterk verbouwd in de 18e eeuw, maar heeft een kern die teruggaat tot de 16e eeuw. Het kreeg als naam ‘het Hollands Huis’, omdat het erg lijkt op een typische Noord-Hollandse boerderij.
EngelenstraatHet kleine straatje vlakbij is de “Engelenstraat”, genoemd naar drossaard Engelbergh wiens huis zich op het einde van de straat bevindt. Hij mocht een herenhuis bouwen in het gedeelte van de stad waar de stadsmuur en het zuidelijke bastion een hoek vormden. De westelijke buitenmuur van het huis was ook een deel van de stadsmuur (daarom huis ‘De Hoek’ genoemd). |
Herenstraat
Zur Zeit der Grafen (17. und 18. Jahrhundert) wurden Bauvorschriften für neue Häuser innerhalb der Rekemer Stadtmauern und damit auch für die Herenstraat erlassen. Die Häuser mussten zweistöckig sein, aus Steinmauern bestehen und ein Schiefer- oder Ziegeldach haben. Entlang der Straße durften keine Scheunen oder Ställe gebaut werden. Die Straße wurde bemerkenswert breit gelassen, und der Name Herenstraat/Rue des Seigneurs (Straße der Herren) verrät, für wen diese Straße in erster Linie gedacht war.
Die meisten der heutigen Häuser stammen aus der zweiten Hälfte des 18. Jahrhunderts. Sie sind im funktionalen und geordneten Maasland-Stil gebaut, d. h. die schachbrettartig angeordneten Fenster und Türen bilden einen tragenden Teil des Skeletts und erzeugen zusammen mit den Eckbändern, den breiten Wasserschenkeln und den schweren Traufen einen horizontalen Eindruck. Beliebt ist der sogenannte Traufenhaustyp, ein Haus, dessen First parallel zur Straße verläuft. Im 20. Jahrhundert war die Herenstraat bis in die 1960er Jahre eine lebhafte und geschäftige Straße mit Cafés, einer Brauerei, einer Schreinerei, einem Eisenwarengeschäft usw.
Bemerkenswerte Gebäude in der Herenstraat:
Nr. 12: Brauerei Groenen, Doppelhaus aus 1792. Das Gebäude blieb eine Brauerei, bis die Deutschen während des Ersten Weltkriegs das gesamte Kupfer mitnahmen.
Nr. 15-17-19: Im Jahr 1679 kauften die Karmelitermönche diese Häuser und die dahinter liegenden Gärten, um dort ein Kloster zu errichten. Aufgrund der Einmischung des Grafen gaben die Mönche diese Gebäude nach nur 5 Jahren auf und verkauften sie. Das Eckhaus (Nr. 19) war 1795 das erste Gericht im Rekemer Bezirk. Zu Beginn des 19. Jahrhunderts wurde es in ein Hotel umgewandelt. Noch im 20. Jahrhundert war es Sitz und Lager des Bocholter Bieres.
Nr. 21: Ein gut erhaltenes Giebelhaus mit einem Satteldach. Es wurde im 18. Jahrhundert umfangreich umgebaut, doch sein Kern stammt aus dem 16. Jahrhundert. Es erhielt den Namen „das holländische Haus“, weil es einem typischen nordholländischen Bauernhof sehr ähnlich ist.
EngelenstraatDie Gasse in der Nähe heißt „Engelenstraat“, benannt nach dem Drost Engelbergh, dessen Haus sich am Ende der Straße befindet. Er durfte in dem Teil der Stadt, in dem die Stadtmauer und die südliche Bastion eine Ecke bildeten, ein Herrenhaus bauen. Die westliche Außenmauer des Hauses war ebenfalls Teil der Stadtmauer (daher der Name „De Hoek“ (die Ecke)). |
Herenstraat
In the 17th and 18th century, building regulations were introduced for new build houses inside the ramparts of Rekem walls, which consequently also applied to Herenstraat. The dwellings were required to have two floors, in brickwork with stone walls and a roof covered with slates or tiles. No barns or stables were allowed to be built along the roadside. The road was conspicuously broad, with the name Herenstraat (Rue des Seigneurs) a clear indication of just who this street was mainly intended for.
Most of the houses still seen today date back to the second half of the 18th century. They are constructed in a functional and well-ordered Maasland style, that is to say the block windows and doors make up a load-bearing part of the skeleton and, along with the corner bands, the wide string courses and the heavy roof edges, make a horizontal impression. A popular build was the ‘broad house type’, a dwelling whose ridge runs in parallel to the road. In the 20th century, up until the 1960s, Herenstraat was a busy and lively street with little cafés, a brewery, a joinery workshop, an ironmonger’s, etc.
Remarkable buildings on Herenstraat:
No. 12: Brouwerij Groenen, twin house built in 1792. The property remained a brewery until the Germans took out and left with all the copper work in WW I .
No. 15-17-19: These dwellings with back gardens were purchased in 1679 by the Carmelite friars with a view to setting up a monastery at the premises. Through the interference of the Count, the friars ended up selling and vacating the buildings a mere 5 years later. The corner house (no.19) was built in 1795 and served as the first courthouse of the canton of Rekem. In the early 19th century, it was converted into a hotel. In the 20th century, it still went on to serve as a residential home and a warehouse for Bocholter beer.
No. 21: A nicely preserved front gabled house with a half hipped roof. It was radically converted over the course of the 18th century, although its core goes back to the 16th century. It was dubbed ‘het Hollands Huis’ (the Holland house) because it is very similar to a typical North Holland farmhouse.
EngelenstraatThe small street nearby is “Engelenstraat”, named after high sheriff Engelbergh whose house sits at the bottom of the street. He was allowed to build a town house in the part of the town where the ramparts make up a corner with the southern bastion. The west-facing exterior wall of the dwelling was also part of the ramparts (which is why the house was called ‘De Hoek’, i.e. The Corner). |
Herenstraat (Rue des seigneurs)
À l’époque comtale (17e et 18e siècles), des règlements de construction ont été établis pour les nouvelles maisons bâties à l’intérieur des murs de Rekem, et donc aussi pour la Herenstraat. Les maisons devaient avoir deux niveaux, des murs en pierre et un toit en ardoises ou en tuiles. Aucune grange ni remise ne pouvait être construite le long de la rue. La rue a été laissée très large et le nom « Herenstraat » (littéralement : « rue des seigneurs ») trahit à qui cette rue était destinée.
La plupart des maisons d’aujourd’hui datent de la deuxième moitié du 18e siècle. Elles sont construites dans un style mosan fonctionnel et ordonné : les fenêtres et portes en blocs forment un élément portant du squelette et créent une impression horizontale avec les chaînages d’angle, les larges larmiers et les lourdes rives. La « maison large », une maison dont le faîte est parallèle à la rue, était particulièrement populaire. Au 20e siècle, jusque dans les années 60, la Herenstraat était une rue animée et dynamique, avec de petits cafés, une brasserie, une ébénisterie, une quincaillerie, etc.
Bâtiments remarquables de la Herenstraat :
N° 12 : brasserie Groenen, maison double de 1792. Elle est restée une brasserie jusqu’à ce que les Allemands emportent tous les cuivres durant la Première Guerre mondiale.
N° 15-17-19 : ces maisons avec jardin à l’arrière ont été achetées en 1679 par les Pères Carmes afin d’y créer un couvent. Mais le comte s’en est mêlé et les Pères ont quitté et revendu ces bâtiments après cinq ans. La maison d’angle (n° 19) est devenue la première cour de justice du canton de Rekem en 1795. Elle a été transformée en hôtel au début du 19e siècle. Au 20e siècle, elle était encore une habitation et le dépôt de la bière Bocholter.
N° 21 : une maison profonde bien conservée avec toit en bâtière. Elle a fait l’objet d’une rénovation approfondie au 18e siècle, mais a une âme qui remonte au 16e siècle. Elle a été baptisée « Het Hollands Huis », car elle ressemble beaucoup à une ferme typique de la Hollande du Nord.
EngelenstraatLa petite ruelle voisine est la « Engelenstraat », en référence au bailli Engelbergh, dont la maison se trouve au bout de la rue. Celui-ci a pu construire une maison de maître dans la partie de la ville où le mur et le bastion sud formaient un angle. Le mur extérieur ouest de la maison faisait aussi partie du mur de la ville (ce qui lui a valu le nom de maison « De Hoek »). |